Márka in het nederlands

Vertaling: márka, Woordenboek: hongaars » nederlands

Brontaal:
hongaars
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
afwerpen, aanmaken, bouwen, inhalen, opleveren, uitrichten, aanleggen, metselen, uitbrengen, scheppen, laten, doen, bedrijven, voortbrengen, behalen, maken, merk, brand, het merk, merknaam, merken
Márka in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • már-már in het nederlands - komend, schier, aanstaand, eerstvolgend, bijna, naast, welhaast, ...
  • márga in het nederlands - mergel, Marl, mêlee, in Marl, mergelsteen
  • mártás in het nederlands - jus, sop, saus, saus van, sauce, sauzen
  • mártír in het nederlands - martelaar, bloedgetuige, martelares, martelaar te, martelaarsdood, marteldood
Willekeurige woorden
Márka in het nederlands - Woordenboek: hongaars » nederlands
Vertalingen: afwerpen, aanmaken, bouwen, inhalen, opleveren, uitrichten, aanleggen, metselen, uitbrengen, scheppen, laten, doen, bedrijven, voortbrengen, behalen, maken, merk, brand, het merk, merknaam, merken