Þenja in het nederlands

Vertaling: þenja, Woordenboek: ijslands » nederlands

Brontaal:
ijslands
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
strekken, uitrekken, rekken, spannen, uitbreiden, verruimen, uitzetten, breiden, uit te breiden
Þenja in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • þekking in het nederlands - kennis, bekendheid, wetenschap, medeweten, kunde, verstand, de kennis, ...
  • þekkja in het nederlands - kennen, herkennen, erkennen, onderkennen, herkent, te herkennen
  • þess in het nederlands - haar, hun, zijn, de, het, van de
  • þessi in het nederlands - dit, dat, die, deze, het, de
Willekeurige woorden
Þenja in het nederlands - Woordenboek: ijslands » nederlands
Vertalingen: strekken, uitrekken, rekken, spannen, uitbreiden, verruimen, uitzetten, breiden, uit te breiden