Marcia in het nederlands

Vertaling: marcia, Woordenboek: italiaans » nederlands

Brontaal:
italiaans
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
tempo, maart, tippelen, vaart, bespoedigen, mars, vaartje, radheid, vlugheid, lentemaand, marcheren, spoed, lopen, snelheid, opmars, March, tocht
Marcia in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • marchese in het nederlands - markies, Marquis, markiezen, markgraaf, de markies
  • marchio in het nederlands - zwaard, sein, merkteken, wenk, brandmerk, tekenen, zegel, ...
  • marciapiede in het nederlands - wegdek, plaveisel, bestrating, voetpad, stoep, trottoir, sidewalk, ...
  • marciare in het nederlands - lopen, lentemaand, marcheren, tippelen, maart, mars, opmars, ...
Willekeurige woorden
Marcia in het nederlands - Woordenboek: italiaans » nederlands
Vertalingen: tempo, maart, tippelen, vaart, bespoedigen, mars, vaartje, radheid, vlugheid, lentemaand, marcheren, spoed, lopen, snelheid, opmars, March, tocht