Passeggiare in het nederlands
Vertaling: passeggiare, Woordenboek: italiaans » nederlands
Brontaal:
italiaans
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
wandeling, tippel, wandelen, lopen, loopafstand, wandeling maken
Vertalingen
- passato in het nederlands - tot, verleden, aan, naar, tegen, voor, voorbij, ...
- passeggero in het nederlands - inzittende, passagier, personenauto, passagiers, personenvervoer
- passeggiata in het nederlands - wandelen, tippelen, wandeldek, tippel, wandeling, promenade, wandeldreef, ...
- passero in het nederlands - mus, sparrow, De Mus van, mussen, mus van
Willekeurige woorden
Passeggiare in het nederlands - Woordenboek: italiaans » nederlands
Vertalingen: wandeling, tippel, wandelen, lopen, loopafstand, wandeling maken
Vertalingen: wandeling, tippel, wandelen, lopen, loopafstand, wandeling maken