Domaćinstvo in het nederlands
Vertaling: domaćinstvo, Woordenboek: kroatisch » nederlands
Brontaal:
kroatisch
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
huishouden, gezin, huishouding, huishoudelijke, huishoudelijk, huishoudens
Vertalingen
- domaćina in het nederlands - gastheer, herbergier, waard, logementhouder, ontvangende, ontvangst, samen, ...
- domaćinom in het nederlands - waard, gastheer, logementhouder, herbergier, personeel, staf, medewerkers, ...
- domaću in het nederlands - jargon, taaltje, huishoudelijk, binnenlands, huiselijk, binnenlandse, nationale
- domena in het nederlands - bol, goed, gebied, kloot, sfeer, omgeving, domein, ...
Willekeurige woorden
Domaćinstvo in het nederlands - Woordenboek: kroatisch » nederlands
Vertalingen: huishouden, gezin, huishouding, huishoudelijke, huishoudelijk, huishoudens
Vertalingen: huishouden, gezin, huishouding, huishoudelijke, huishoudelijk, huishoudens