Dužnost in het nederlands
Vertaling: dužnost, Woordenboek: kroatisch » nederlands
Brontaal:
kroatisch
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
obligatie, betrekking, plicht, ambt, baan, kantoor, verplichting, bureau, plaats, bureel, werkkring, recht, rechten, duty
Verwante woorden
Vertalingen
- dužnik in het nederlands - schuldenaar, debiteur, de schuldenaar, debiteuren
- dužnosnik in het nederlands - officieel, beambte, ambtelijk, ambtenaar, officiële, de officiële, officiele
- dužnosti in het nederlands - verantwoordelijkheid, obligatie, plicht, aansprakelijkheid, verantwoordelijk, de verantwoordelijkheid, verantwoordelijkheid van
- dva in het nederlands - twee, beide, van twee
Willekeurige woorden
Dužnost in het nederlands - Woordenboek: kroatisch » nederlands
Vertalingen: obligatie, betrekking, plicht, ambt, baan, kantoor, verplichting, bureau, plaats, bureel, werkkring, recht, rechten, duty
Vertalingen: obligatie, betrekking, plicht, ambt, baan, kantoor, verplichting, bureau, plaats, bureel, werkkring, recht, rechten, duty