Uživanje in het nederlands

užitka in het nederlands - genoegen, welbehagen, behagen, vermaak, pret, zin, genot, ...
uživaju in het nederlands - genieten, genieten van, geniet, te genieten, geniet van
uživati in het nederlands - snoepen, verrukken, genieten, genieten van, geniet, te genieten, geniet van
užurban in het nederlands - snel, haastig, stroomversnelling, gehaast, vlug, gauw, spoedig, ...

Willekeurige woorden

ettergezwel

traagheid

afgeladen in het engels

beroerte in het engels

circuit in het engels

enten in het engels

triomf in het engels

Uživanje in het nederlands - Woordenboek: kroatisch » nederlands
Vertalingen: welbehagen, plezier, zin, pret, genoegen, genot, verrukken, vermaak, welgevallen, behagen, genieten, alles, het genot