Casus in het nederlands

Vertaling: casus, Woordenboek: latijn » nederlands

Brontaal:
latijn
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
uitslag, gebeuren, ongeluk, uitzicht, uitvloeisel, gelegenheid, evenement, resultaat, geval, bof, effect, ongeval, bevinding, incidenteel, consequentie, toevallig
Casus in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • castro in het nederlands - snijden, castreren, aanlengen, ontmannen, fnuiken, verzwakken
  • castus in het nederlands - eerbaar, kuis, rein, ingetogen, zedig
  • catena in het nederlands - ketting, keten
  • caterva in het nederlands - massa, tas, overvloed, roedel, stapel, hoop, schare, ...
Willekeurige woorden
Casus in het nederlands - Woordenboek: latijn » nederlands
Vertalingen: uitslag, gebeuren, ongeluk, uitzicht, uitvloeisel, gelegenheid, evenement, resultaat, geval, bof, effect, ongeval, bevinding, incidenteel, consequentie, toevallig