Dulcis in het nederlands

Vertaling: dulcis, Woordenboek: latijn » nederlands

Brontaal:
latijn
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
suikerbakkerij, dessert, plezierig, oppassend, murw, behaaglijk, aangenaam, mals, zachtheid, week, sympathiek, genoeglijk, nagerecht, toetje, zoet, zacht
Dulcis in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • ductor in het nederlands - aanvoerder, bevelhebber, commandant
  • dulcedo in het nederlands - lieftalligheid, zachtheid, aantrekkelijkheid, betovering, beminnelijkheid
  • dum in het nederlands - terwijl, gedurende, staande
  • duo in het nederlands - twee
Willekeurige woorden
Dulcis in het nederlands - Woordenboek: latijn » nederlands
Vertalingen: suikerbakkerij, dessert, plezierig, oppassend, murw, behaaglijk, aangenaam, mals, zachtheid, week, sympathiek, genoeglijk, nagerecht, toetje, zoet, zacht