Ordinarius in het nederlands

Vertaling: ordinarius, Woordenboek: latijn » nederlands

Brontaal:
latijn
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
regelmatig, geregeld, gelijkmatig, steevast, alledaags, gewoon
Ordinarius in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • orator in het nederlands - redenaar, bode, afgezant, ambassadeur, gezant
  • orbis in het nederlands - cirkel, afronden, spoel, rond, wal, rondschrijven, strook, ...
  • ordinatio in het nederlands - orde, voorschrift, aanvragen, beschikking, regeren, gemeenschap, gelasten, ...
  • ordinatus in het nederlands - coherent, samenhangend, ordelijk
Willekeurige woorden
Ordinarius in het nederlands - Woordenboek: latijn » nederlands
Vertalingen: regelmatig, geregeld, gelijkmatig, steevast, alledaags, gewoon