Ēra in het nederlands

Vertaling: ēra, Woordenboek: lets » nederlands

Brontaal:
lets
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
tijdsgewricht, tijdperk, tijd, era, periode, jaartelling
Ēra in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • ēka in het nederlands - huis, theater, huishouden, geslacht, gezin, gebouw, aanbouw, ...
  • ēna in het nederlands - blinde, spook, geest, afdruk, spoor, voetspoor, schakering, ...
  • ērce in het nederlands - teek, mijt, mijten, mite, steentje
  • ērglēns in het nederlands - jonge arend, Eaglet, adelaarsjong, arendje, arend
Willekeurige woorden
Ēra in het nederlands - Woordenboek: lets » nederlands
Vertalingen: tijdsgewricht, tijdperk, tijd, era, periode, jaartelling