Būt in het nederlands

Vertaling: būt, Woordenboek: lets » nederlands

Brontaal:
lets
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
verlet, aanvaarden, dienen, onderhouden, oponthoud, dragen, boeken, accepteren, arrestatie, zullen, toucheren, moeten, reserveren, behouden, opvangen, toestemmen, hebben, moet, zijn, heeft
Būt in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • būda in het nederlands - loods, huizen, barak, schuur, hut, resideren, wonen, ...
  • būris in het nederlands - kippenhok, kooi, kippenren, de kooi, cage, kooi van, kooien
  • būtne in het nederlands - organisme, aanzijn, bestaan, ding, Thing, wat, zaak, ...
  • būtība in het nederlands - binnenste, midden, parfum, centrum, geur, stof, essence, ...
Willekeurige woorden
Būt in het nederlands - Woordenboek: lets » nederlands
Vertalingen: verlet, aanvaarden, dienen, onderhouden, oponthoud, dragen, boeken, accepteren, arrestatie, zullen, toucheren, moeten, reserveren, behouden, opvangen, toestemmen, hebben, moet, zijn, heeft