Bojāeja in het nederlands

Vertaling: bojāeja, Woordenboek: lets » nederlands

Brontaal:
lets
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
afvallen, val, schemering, neerdaling, herfst, najaar, verschieten, afdaling, neervallen, vallen, morsen, schemerdonker, uitvallen, schemer, storten, dood, overlijden, de dood, death, dood van
Bojāeja in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • blūze in het nederlands - kiel, blouse, bloes, boezeroen
  • boja in het nederlands - baken, ton, boei, buoy, reddingsboei, boeien
  • bojājums in het nederlands - tekortkoming, blessure, kwetsen, verwonding, benadelen, beschadiging, euvel, ...
  • bors in het nederlands - borium, boor, boron, van boor
Willekeurige woorden
Bojāeja in het nederlands - Woordenboek: lets » nederlands
Vertalingen: afvallen, val, schemering, neerdaling, herfst, najaar, verschieten, afdaling, neervallen, vallen, morsen, schemerdonker, uitvallen, schemer, storten, dood, overlijden, de dood, death, dood van