Mērīšana in het nederlands
Vertaling: mērīšana, Woordenboek: lets » nederlands
Brontaal:
lets
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
mate, roeien, grootte, maatregel, afmeting, criterium, afmeten, normaal, dimensie, meten, opmeten, maat, norm, opnemen, maatstaf, uitmeten, meting, metingen, de meting
Verwante woorden
Vertalingen
- mērs in het nederlands - burgemeester, burgervader, Mayor, burgemeester van, de burgemeester
- mērvienība in het nederlands - unit, eenheid, maat, meting, meten, metingen, de meting
- mērķis in het nederlands - beogen, bedoeling, rooien, doelwit, toeleg, mikpunt, bips, ...
- mēs in het nederlands - ons, wij, we, die we, dat we, hebben we
Willekeurige woorden
Mērīšana in het nederlands - Woordenboek: lets » nederlands
Vertalingen: mate, roeien, grootte, maatregel, afmeting, criterium, afmeten, normaal, dimensie, meten, opmeten, maat, norm, opnemen, maatstaf, uitmeten, meting, metingen, de meting
Vertalingen: mate, roeien, grootte, maatregel, afmeting, criterium, afmeten, normaal, dimensie, meten, opmeten, maat, norm, opnemen, maatstaf, uitmeten, meting, metingen, de meting