Naidīgs in het nederlands
Vertaling: naidīgs, Woordenboek: lets » nederlands
Brontaal:
lets
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
vijandig, vijandelijk, vijandige, vijandelijke, vijandig tegenover
Verwante woorden
Vertalingen
- nags in het nederlands - spijkeren, hoef, nagel, spijker, draadnagel, nagelen, klauw, ...
- naids in het nederlands - verafschuwen, haten, haat, de haat, haat tegen, vijandschap
- naidīgums in het nederlands - agressie, aanval, vlaag, antagonisme, vijandschap, offensief, animositeit, ...
- nakts in het nederlands - onaangenaam, mistroostig, bewolkt, gemelijk, naargeestig, akelig, nors, ...
Willekeurige woorden
Naidīgs in het nederlands - Woordenboek: lets » nederlands
Vertalingen: vijandig, vijandelijk, vijandige, vijandelijke, vijandig tegenover
Vertalingen: vijandig, vijandelijk, vijandige, vijandelijke, vijandig tegenover