Nožēla in het nederlands

Vertaling: nožēla, Woordenboek: lets » nederlands

Brontaal:
lets
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
droefheid, ontzien, spijt, spijten, bejammeren, leedwezen, sparen, betreuren, bedroefdheid, leed, smart, berouw, inkeer, bekering, de bekering, boetvaardigheid
Nožēla in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • nozīmīte in het nederlands - wapen, insigne, badge, kenteken, kenteken van, speldje
  • nožogojums in het nederlands - hek, afsluiting, barrière, heining, slagboom, versperring, ring, ...
  • nožēlojams in het nederlands - beklagenswaardig, miserabel, stumperig, schunnig, erbarmelijk, schamel, ongelukkig, ...
  • nožēlot in het nederlands - leedwezen, betreuren, spijt, sparen, spijten, bejammeren, ontzien, ...
Willekeurige woorden
Nožēla in het nederlands - Woordenboek: lets » nederlands
Vertalingen: droefheid, ontzien, spijt, spijten, bejammeren, leedwezen, sparen, betreuren, bedroefdheid, leed, smart, berouw, inkeer, bekering, de bekering, boetvaardigheid