Pārrunāt in het nederlands
Vertaling: pārrunāt, Woordenboek: lets » nederlands
Brontaal:
lets
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
bespreken, discuteren, discussiëren, te bespreken, discussieer, praten
Verwante woorden
Vertalingen
- pārraudzīt in het nederlands - administreren, dirigeren, nakijken, aflezen, mennen, richten, toedienen, ...
- pārrunas in het nederlands - nieuws, woord, bewoording, bespreking, discussie, debat, gesprek, ...
- pārsegs in het nederlands - mantelkap, motorkap, kap, capuchon, huik, straatschuimer, apache, ...
- pārsla in het nederlands - vlok, schilfer, flake, vlokken, vlok van
Willekeurige woorden
Pārrunāt in het nederlands - Woordenboek: lets » nederlands
Vertalingen: bespreken, discuteren, discussiëren, te bespreken, discussieer, praten
Vertalingen: bespreken, discuteren, discussiëren, te bespreken, discussieer, praten