Pasts in het nederlands
Vertaling: pasts, Woordenboek: lets » nederlands
Brontaal:
lets
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
ambt, deurpost, opsturen, posterijen, betrekking, versturen, aanplakken, wachtpost, verzenden, werkkring, heipaal, post, opzenden, baan, mail, mail aan, mailen, mailadres
Verwante woorden
Vertalingen
- pastmarka in het nederlands - postzegel, stempel, frankering, port, porto, muntstempel, frankeerzegel, ...
- pastnieks in het nederlands - drager, brievenbesteller, postbeambte, postbode, vervoerder, postman, de postbode, ...
- pastāvēšana in het nederlands - heelal, bestaan, schepping, kosmos, universum, aanzijn, organisme, ...
- pastāvīgs in het nederlands - geregeld, gelijkmatig, steevast, regelmatig, blijvend, vast, duurzaam, ...
Willekeurige woorden
Pasts in het nederlands - Woordenboek: lets » nederlands
Vertalingen: ambt, deurpost, opsturen, posterijen, betrekking, versturen, aanplakken, wachtpost, verzenden, werkkring, heipaal, post, opzenden, baan, mail, mail aan, mailen, mailadres
Vertalingen: ambt, deurpost, opsturen, posterijen, betrekking, versturen, aanplakken, wachtpost, verzenden, werkkring, heipaal, post, opzenden, baan, mail, mail aan, mailen, mailadres