Pauze in het nederlands

Vertaling: pauze, Woordenboek: lets » nederlands

Brontaal:
lets
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
verbreken, rabat, opening, doorbreken, gaping, onderbreking, rust, afbreken, stilte, uitstel, schorsing, stukbreken, schenden, achteruitgang, breuk, afslag, pauzeren, pause, pauzestand, onderbreken
Pauze in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • paugurs in het nederlands - knobbel, bochel, bult, heuvel, Hill, de Heuvel, berg, ...
  • pauna in het nederlands - verpakking, wis, pakje, bos, pak, schoof, garf, ...
  • pavadonis in het nederlands - maand, reisgids, besturen, geleiden, maan, rondleiden, voeren, ...
  • pavadoņi in het nederlands - gevolg, retinue, stoet, hofhouding
Willekeurige woorden
Pauze in het nederlands - Woordenboek: lets » nederlands
Vertalingen: verbreken, rabat, opening, doorbreken, gaping, onderbreking, rust, afbreken, stilte, uitstel, schorsing, stukbreken, schenden, achteruitgang, breuk, afslag, pauzeren, pause, pauzestand, onderbreken