Radīt in het nederlands

radība in het nederlands - wezen, dierlijk, beest, zinnelijk, beestachtig, ruw, schepsel, ...
radījums in het nederlands - aanzijn, bestaan, organisme, schepsel, wezen, creature, dier
ragana in het nederlands - heks, kol, heksen, witch, heks van, De heks
ragi in het nederlands - bazuin, trompet, hoorn, hoorns, horens, horns, hoornen

Willekeurige woorden

aanspraak

eetzaal

belegering in het engels

chemicus in het engels

genieten in het engels

karakterschets in het engels

rumoer in het engels

Radīt in het nederlands - Woordenboek: lets » nederlands
Vertalingen: maken, opbrengen, afwerpen, uitvoeren, opleveren, creëren, scheppen, produceren, voortbrengen, te creëren, te maken