Trīsas in het nederlands
Vertaling: trīsas, Woordenboek: lets » nederlands
Brontaal:
lets
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
huiveren, beven, schokken, trillen, rillen, bibberen, sensatie, trilling, spanning, kick, opwinding
Verwante woorden
Vertalingen
- trusis in het nederlands - konijn, konijnen, rabbit, konijntje
- trīs in het nederlands - drie, de drie, van drie, drietal
- trīsdesmit in het nederlands - dertig, dertigtal, half, van dertig, de dertig
- trīsis in het nederlands - hijsblok, blok, dichtmaken, schijf, afsluiten, dobbelsteen, blokkeren, ...
Willekeurige woorden
Trīsas in het nederlands - Woordenboek: lets » nederlands
Vertalingen: huiveren, beven, schokken, trillen, rillen, bibberen, sensatie, trilling, spanning, kick, opwinding
Vertalingen: huiveren, beven, schokken, trillen, rillen, bibberen, sensatie, trilling, spanning, kick, opwinding