Vēsma in het nederlands

vērtība in het nederlands - verdienste, schatten, gehalte, waarderen, taxeren, waarde, achten, ...
vērtīgs in het nederlands - vruchtbaar, zeldzaam, vermogend, dienstig, kostbaar, bevorderlijk, bruikbaar, ...
vēss in het nederlands - afkoelen, fris, koel, bekoelen, koelen, koele, trui
vēstnieks in het nederlands - ambassadeur, gezant, Ambassador, ambassadeur van, ambassadrice

Willekeurige woorden

gelid

handelswaar

afwennen in het engels

argwaan in het engels

krankzinnig in het engels

partij in het engels

Vēsma in het nederlands - Woordenboek: lets » nederlands
Vertalingen: voorkomen, deun, lucht, deuntje, air, ventileren, zefier, melodie, luchten, wijsje, bries, wind, briesje, krachtige wind, stil