Viņa in het nederlands
Vertaling: viņa, Woordenboek: lets » nederlands
Brontaal:
lets
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
zijn, haar, z'n, van zijn, hij
Verwante woorden
Vertalingen
- vizīte in het nederlands - bezoek, afgaan, bezoeken, opzoeken, visite, bezoekje, verblijven
- viļņlauzis in het nederlands - pier, wal, mol, havendam, golfbreker, breakwater, golfbreker van, ...
- viņiem in het nederlands - ze, hun, hen, deze, te
- viņus in het nederlands - hun, ze, hen, deze, te
Willekeurige woorden
Viņa in het nederlands - Woordenboek: lets » nederlands
Vertalingen: zijn, haar, z'n, van zijn, hij
Vertalingen: zijn, haar, z'n, van zijn, hij