Afdoen in het deens
Vertaling: afdoen, Woordenboek: nederlands » deens
Brontaal:
nederlands
Doeltaal:
deens
Vertalingen:
bosætte, bilægge, bosætte sig, afvikle, nøjes
Andere Talen
Verwante woorden: afdoen
afdoen aan, afdoen aan betekenis, afdoen aan engels, afdoen als, afdoen als engels, afdoen talen woordenboek deens, afdoen in het deens
Vertalingen
- afdeling in het deens - filial, afdeling, styrke, kupé, ministerium, deling, division, ...
- afdingen in het deens - prutte, købslå, tinge, sjakren, købslår
- afdoend in het deens - endegyldigt, endeligt, afgørende, er endeligt, entydigt
- afdraaien in het deens - opremse, aflire
Willekeurige woorden
Afdoen in het deens - Woordenboek: nederlands » deens
Vertalingen: bosætte, bilægge, bosætte sig, afvikle, nøjes
Vertalingen: bosætte, bilægge, bosætte sig, afvikle, nøjes