Bezoeker in het duits
Vertaling: bezoeker, Woordenboek: nederlands » duits
Brontaal:
nederlands
Doeltaal:
duits
Vertalingen:
anrufer, besucher, besucherin, Besucher, Gästen, von Gästen, Gast
Andere Talen
Verwante woorden: bezoeker
bezoeker 1504, bezoeker aanmelden parkeren rotterdam, bezoeker antoniemen, bezoeker definitie, bezoeker engels, bezoeker talen woordenboek duits, bezoeker in het duits
Vertalingen
- bezoek in het duits - gang, besuchen, schnattern, schwatzen, visite, klatschen, besuch, ...
- bezoeken in het duits - begegnen, sehe, sehen, betrachten, schauen, bistum, zusammenkommen, ...
- bezoldiging in het duits - einkommen, belohnung, bezug, verdienst, unternehmen, bezahlen, entlohnung, ...
- bezonken in het duits - altern, wachsen, mündig, reif, erwachsen, ausgereift, heranwachsen, ...
Willekeurige woorden
Bezoeker in het duits - Woordenboek: nederlands » duits
Vertalingen: anrufer, besucher, besucherin, Besucher, Gästen, von Gästen, Gast
Vertalingen: anrufer, besucher, besucherin, Besucher, Gästen, von Gästen, Gast