Bos in het duits - Vertaling / Woordenboek nederlands

Vertaling: bos, Woordenboek: nederlands » duits

Brontaal:

nederlands

Doeltaal:

duits

Vertalingen:

bündel, bauholz, garbe, büschel, bündeln, packung, gruppe, haufen, wald, nutzholz, cluster, aufforsten, hölzern, forst, paket, balken, Wald, Waldes, Forst

Verwante woorden

bündel in het nederlands

bauholz in het nederlands

garbe in het nederlands

büschel in het nederlands

bündeln in het nederlands

packung in het nederlands

gruppe in het nederlands

haufen in het nederlands

wald in het nederlands

nutzholz in het nederlands

cluster in het nederlands

aufforsten in het nederlands

hölzern in het nederlands

forst in het nederlands

paket in het nederlands

balken in het nederlands

Andere Talen

Verwante woorden: bos

amsterdam bos, amsterdamse bos, berg en bos, bos antoniemen, bos bedden, bos talen woordenboek duits, bos in het duits

Vertalingen

borstelig in het duits - unordentlich, borstig, bristly, borstigen, struppig, borstige
borstspeld in het duits - brosche, Brosche, brooch
bosbouw in het duits - forstwirtschaft, forstwissenschaft, forstwesen, Forstwirtschaft, Forst, forstwirtschaftliche, forstwirtschaftlichen, ...
bosje in het duits - obstfläche, obstgarten, gehölz, büschel, hain, schopf, Fetzen, ...

Willekeurige woorden

frustreren in het engels

hartstochtelijk in het engels

omploegen in het engels

Bos in het duits - Woordenboek: nederlands » duits
Vertalingen: bündel, bauholz, garbe, büschel, bündeln, packung, gruppe, haufen, wald, nutzholz, cluster, aufforsten, hölzern, forst, paket, balken, Wald, Waldes, Forst