Inhaligheid in het duits
Vertaling: inhaligheid, Woordenboek: nederlands » duits
Brontaal:
nederlands
Doeltaal:
duits
Vertalingen:
begehrlichkeit, gier, geldgier, habsucht, geiz, habgier, raffgier, geldgierigen
Verwante woorden
Andere Talen
Verwante woorden: inhaligheid
inhaligheid antoniemen, inhaligheid betekenis, inhaligheid definitie, inhaligheid engels, inhaligheid grammatica, inhaligheid talen woordenboek duits, inhaligheid in het duits
Vertalingen
- inhalen in het duits - verstärkung, fang, arbeitsgang, pinkeln, hit, kreieren, gewinnen, ...
- inhalig in het duits - geldgierig, habgierig, gierig, gefräßig, begehrlich, geizen, packend, ...
- inham in het duits - einbuchtung, bucht, heulen, erker, gestell, kluft, bellen, ...
- inheems in het duits - angeboren, einheimischer, häuslich, hausangestellter, eingeboren, dienstbote, einheimische, ...
Willekeurige woorden
Inhaligheid in het duits - Woordenboek: nederlands » duits
Vertalingen: begehrlichkeit, gier, geldgier, habsucht, geiz, habgier, raffgier, geldgierigen
Vertalingen: begehrlichkeit, gier, geldgier, habsucht, geiz, habgier, raffgier, geldgierigen