Inwoner in het duits
Vertaling: inwoner, Woordenboek: nederlands » duits
Brontaal:
nederlands
Doeltaal:
duits
Vertalingen:
ortsansässiger, anwohner, ortsansässige, einwohner, Bewohner, resident, wohnhaft, ansässig, Wohnsitz
Verwante woorden
Andere Talen
Verwante woorden: inwoner
bnp per inwoner, inwoner antoniemen, inwoner engels, inwoner grammatica, inwoner india, inwoner talen woordenboek duits, inwoner in het duits
Vertalingen
- inwikkelen in het duits - umgeben, einhüllen, umfangen, umschließen, umhüllen, Umschlag, schlagen, ...
- inwisselen in het duits - tausch, austauschen, eintauschen, tauschhandel, auswechseln, umtauschen, tauschgeschäft, ...
- inzamelen in het duits - ansammeln, einsammeln, kollekte, anhäufen, kassieren, versammeln, kumulieren, ...
- inzegenen in het duits - weihen, zu weihen, weihe, geweiht
Willekeurige woorden
Inwoner in het duits - Woordenboek: nederlands » duits
Vertalingen: ortsansässiger, anwohner, ortsansässige, einwohner, Bewohner, resident, wohnhaft, ansässig, Wohnsitz
Vertalingen: ortsansässiger, anwohner, ortsansässige, einwohner, Bewohner, resident, wohnhaft, ansässig, Wohnsitz