Kassier in het duits - Vertaling / Woordenboek nederlands

Vertaling: kassier, Woordenboek: nederlands » duits

Brontaal:

nederlands

Doeltaal:

duits

Vertalingen:

kassierer, kasse, kassiererin, kassenbeamte, Kassierer, Kasse, Kassiererin, Kassen, Kassier

Verwante woorden

kassierer in het nederlands

kasse in het nederlands

kassiererin in het nederlands

kassenbeamte in het nederlands

Andere Talen

Verwante woorden: kassier

cassiere english, kassier antoniemen, kassier betekenis, kassier engels, kassier english, kassier talen woordenboek duits, kassier in het duits

Vertalingen

kas in het duits - geldkasse, ladenkasse, brustkorb, kiste, kasten, geldschublade, geldkasten, ...
kashouder in het duits - kassierer, kassenbeamte, kassiererin, kasse, Kassierer, Kasse, Kassiererin, ...
kast in het duits - schrank, büfett, klo, buffet, anrichte, kabinett, büffet, ...
kastanje in het duits - marone, kastanie, kastanienbaum, Kastanien, chestnut, Fuchs

Willekeurige woorden

floreren in het engels

kniebroek in het engels

zorgvuldig in het engels

Kassier in het duits - Woordenboek: nederlands » duits
Vertalingen: kassierer, kasse, kassiererin, kassenbeamte, Kassierer, Kasse, Kassiererin, Kassen, Kassier