Snikkel in het duits
Vertaling: snikkel, Woordenboek: nederlands » duits
Brontaal:
nederlands
Doeltaal:
duits
Vertalingen:
idiot, stachel, kratzer, gockel, trottel, absperrhahn, stich, schwanz, scheißkerl, vogelmännchen, hahn, stechen, sperrhahn, pimmel, Hahn, Schwanz
Verwante woorden
Andere Talen
Verwante woorden: snikkel
snikkel antoniemen, snikkel engels, snikkel grammatica, snikkel letters, snikkel puzzelwoord, snikkel talen woordenboek duits, snikkel in het duits
Vertalingen
- snijden in het duits - kastrieren, eunuch, schneiden, zu schneiden, ausschneiden, geschnitten, zum Schneiden
- snikheet in het duits - tanz, warm, fetzig, scharf, Grillen, Braten, broiling, ...
- snikken in het duits - schnulzig, Schluchzen, Schluchzer, SOB, schluchzte
- snipperdag in het duits - ferien, feiertag, erholungsurlaub, urlaub, erholungsaufenthalt, Ruhetag, Tag, ...
Willekeurige woorden
Snikkel in het duits - Woordenboek: nederlands » duits
Vertalingen: idiot, stachel, kratzer, gockel, trottel, absperrhahn, stich, schwanz, scheißkerl, vogelmännchen, hahn, stechen, sperrhahn, pimmel, Hahn, Schwanz
Vertalingen: idiot, stachel, kratzer, gockel, trottel, absperrhahn, stich, schwanz, scheißkerl, vogelmännchen, hahn, stechen, sperrhahn, pimmel, Hahn, Schwanz