Tam in het duits
Vertaling: tam, Woordenboek: nederlands » duits
Brontaal:
nederlands
Doeltaal:
duits
Vertalingen:
dienstbote, hausgehilfin, hausangestellte, häuslich, gehorsam, hausangestellter, haushalthilfe, folgsam, zähmen, bändigen, zahm, zu zähmen, zu bändigen
Verwante woorden
Andere Talen
Verwante woorden: tam
grasparkiet, konijn, parkiet, parkiet tam maken, parkieten, tam talen woordenboek duits, tam in het duits
Vertalingen
- talk in het duits - talg, Talk, Talkum, Talcum, Talg
- talloos in het duits - zahllos, unzählig, unzählige, unzähligen, zahllosen, zahlreiche
- tamboer in het duits - schlagzeuger, Schlagzeuger, Trommler, Drummer, Schlagzeugers, Schlagzeug
- tamelijk in het duits - genug, überfluss, hinreichend, fülle, menge, ehrlich, ausreichend, ...
Willekeurige woorden
Tam in het duits - Woordenboek: nederlands » duits
Vertalingen: dienstbote, hausgehilfin, hausangestellte, häuslich, gehorsam, hausangestellter, haushalthilfe, folgsam, zähmen, bändigen, zahm, zu zähmen, zu bändigen
Vertalingen: dienstbote, hausgehilfin, hausangestellte, häuslich, gehorsam, hausangestellter, haushalthilfe, folgsam, zähmen, bändigen, zahm, zu zähmen, zu bändigen