Richten in het engels

Vertaling: richten, Woordenboek: nederlands » engels

Brontaal:
nederlands
Doeltaal:
engels
Vertalingen:
deal, direct, care, manage, conduct, guide, steer, lead, handle, address, set, point, aim
Richten in het engels
Verwante woorden
Andere Talen

Synoniemen & Vertalingen: richten

aim
  • streven
  • richten
  • beogen
  • mikken
  • viseren
  • doelen
lay
  • leggen
  • ontwerpen
  • beleggen
  • zetten
  • plaatsen
  • richten
set
  • instellen
  • stellen
  • zetten
  • plaatsen
  • invoeren
  • richten
helm
  • leiden
  • richten
  • zenden
  • sturen
align
  • richten
  • zich richten
  • in de rooilijn brengen
  • op één lijn plaatsen
guide
  • leiden
  • geleiden
  • besturen
  • richten
  • dirigeren
  • mennen
level
  • nivelleren
  • vlakken
  • gelijk maken
  • slechten
  • waterpas maken
  • richten
point
  • wijzen
  • punten
  • aanpunten
  • scherpen
  • spitsen
  • richten
sight
  • te zien krijgen
  • in het gezicht krijgen
  • stellen
  • richten
  • mikken
steer
  • sturen
  • besturen
  • richten
  • dirigeren
  • mennen
  • lokken
trend
  • richten
  • lopen
direct
  • richten
  • leiden
  • dirigeren
  • mikken
  • besturen
  • voorschrijven
vector
  • richten
address
  • richten
  • toespreken
  • aanspreken
  • adresseren
  • afzenden
  • consigneren
conform
  • in overeenstemming zijn
  • schikken
  • richten
  • regelen
  • zich schikken
  • zich voegen
flatten out
  • uitwassen
  • richten
  • oprollen

Verwante woorden: richten

in te richten, richten aan, richten antoniemen, richten engels, richten grammatica, richten talen woordenboek engels, richten in het engels

Vertalingen

  • ribstuk in het engels - cutlet, scallop, rib, ribs, rib piece, spare ribs
  • richel in het engels - ledge, ridge, rib, shelf
  • richter in het engels - justice, judge, director, Adjuster, inverter
  • richting in het engels - tendency, trend, direction, directional, way, towards, away
Willekeurige woorden
Richten in het engels - Woordenboek: nederlands » engels
Vertalingen: deal, direct, care, manage, conduct, guide, steer, lead, handle, address, set, point, aim