Huishouding in het italiaans - Vertaling / Woordenboek nederlands

Vertaling: huishouding, Woordenboek: nederlands » italiaans

Brontaal:

nederlands

Doeltaal:

italiaans

Vertalingen:

nazionale, ditta, familiare, casalingo, domicilio, domestico, casa, abitazione, famiglia, dimora, governo, pulizia, pulizie, Servizio ai piani, di pulizia

Verwante woorden

nazionale in het nederlands

ditta in het nederlands

familiare in het nederlands

casalingo in het nederlands

domicilio in het nederlands

domestico in het nederlands

casa in het nederlands

abitazione in het nederlands

famiglia in het nederlands

dimora in het nederlands

Andere Talen

Verwante woorden: huishouding

de huishouding, gezamenlijke huishouding, huishoudelijke hulp, huishouden plannen, huishouden van jan steen, huishouding talen woordenboek italiaans, huishouding in het italiaans

Vertalingen

huiselijk in het italiaans - domestico, casalingo, familiare, accogliente, ospitale, casalinga, accoglienti
huishouden in het italiaans - casa, dimora, familiare, domestico, domicilio, ditta, casalingo, ...
huishoudster in het italiaans - governante, domestica, cameriera, serva, pulizie
huisje in het italiaans - guscio, proiettile, soffrire, sgusciare, hangar, box, baracca, ...

Willekeurige woorden

hersens in het engels

schatkist in het engels

stommeling in het engels

Huishouding in het italiaans - Woordenboek: nederlands » italiaans
Vertalingen: nazionale, ditta, familiare, casalingo, domicilio, domestico, casa, abitazione, famiglia, dimora, governo, pulizia, pulizie, Servizio ai piani, di pulizia