Nor in het portugees
Vertaling: nor, Woordenboek: nederlands » portugees
Brontaal:
nederlands
Doeltaal:
portugees
Vertalingen:
jaqueta, grupo, cadeia, revestimento, encarcerar, prisão, prisma, cárcere, preso, a cadeia
Verwante woorden
Andere Talen
Verwante woorden: nor
de nieuwe nor, de nor, dnb, heaven nor hell, neither nor, nor talen woordenboek portugees, nor in het portugees
Vertalingen
- noordpoolgebied in het portugees - Ártico, Árctico, Arctic, ártica, do Ártico
- noords in het portugees - norte, nórdico, nordic, Nórdica, nórdicos, do nordic
- norm in het portugees - padrões, sarampo, medir, normas, norma, balizar, medição, ...
- normaal in het portugees - sarampo, natural, habitual, padrão, medição, norma, ressaltar, ...
Willekeurige woorden
Nor in het portugees - Woordenboek: nederlands » portugees
Vertalingen: jaqueta, grupo, cadeia, revestimento, encarcerar, prisão, prisma, cárcere, preso, a cadeia
Vertalingen: jaqueta, grupo, cadeia, revestimento, encarcerar, prisão, prisma, cárcere, preso, a cadeia