Babbelen in het zweeds
Vertaling: babbelen, Woordenboek: nederlands » zweeds
Brontaal:
nederlands
Doeltaal:
zweeds
Vertalingen:
småprata, prat, skvaller, chat, chatt, chatta, prata
Andere Talen
Verwante woorden: babbelen
babbelen antoniemen, babbelen betekenis, babbelen den haag, babbelen duits, babbelen engels, babbelen talen woordenboek zweeds, babbelen in het zweeds
Vertalingen
- baas in het zweeds - förman, ledare, hövding, sinne, ledande, direktör, huvud, ...
- baat in het zweeds - fördel, belöning, gagn, behållning, anlända, övertag, förvärva, ...
- baby in het zweeds - spädbarn, barn, unge, bebis, barnet, behandla som ett barn, Barnartiklar
- bad in het zweeds - kar, bad, badkar, badet, badrum, bath
Willekeurige woorden
Babbelen in het zweeds - Woordenboek: nederlands » zweeds
Vertalingen: småprata, prat, skvaller, chat, chatt, chatta, prata
Vertalingen: småprata, prat, skvaller, chat, chatt, chatta, prata