Boon in het zweeds

Vertaling: boon, Woordenboek: nederlands » zweeds

Brontaal:
nederlands
Doeltaal:
zweeds
Vertalingen:
böna, bönor, bean
Boon in het zweeds
Andere Talen

Verwante woorden: boon

bar boon, bart boon, boon a part, boon accountants, boon alphen, boon talen woordenboek zweeds, boon in het zweeds

Vertalingen

  • boomschors in het zweeds - skälla, bark, barken
  • boomstam in het zweeds - snabel, torso, koffert, trädstam, stam, stjälk, trädstammen, ...
  • boord in het zweeds - kant, lugg, kust, brädd, läpp, marginal, bård, ...
  • boordevol in het zweeds - brimful, bräddfull, bräddfulla
Willekeurige woorden
Boon in het zweeds - Woordenboek: nederlands » zweeds
Vertalingen: böna, bönor, bean