Schipper in het zweeds
Vertaling: schipper, Woordenboek: nederlands » zweeds
Brontaal:
nederlands
Doeltaal:
zweeds
Vertalingen:
matros, sjöman, skeppare, skepparen, befälhavare, befälhavaren, skipper
Verwante woorden
Andere Talen
Verwante woorden: schipper
hans schipper, jan schipper, schipper accountants, schipper almelo, schipper antoniemen, schipper talen woordenboek zweeds, schipper in het zweeds
Vertalingen
- schip in het zweeds - kärl, skuta, skepp, båt, fartyg, fartyget, fartygets, ...
- schipbreuk in het zweeds - haveri, skeppsbrott, förlisning, skeppsvrak, skeppsbrottet, vrak
- schisma in het zweeds - schism, schismen, splittring, splittringen
- schitteren in het zweeds - glänsa, lysa, glimma, glans, blänka, sken, shine, ...
Willekeurige woorden
Schipper in het zweeds - Woordenboek: nederlands » zweeds
Vertalingen: matros, sjöman, skeppare, skepparen, befälhavare, befälhavaren, skipper
Vertalingen: matros, sjöman, skeppare, skepparen, befälhavare, befälhavaren, skipper