Brå in het nederlands

Vertaling: brå, Woordenboek: noors » nederlands

Brontaal:
noors
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
vakman, bekwaam, deskundige, behendig, goed, expert, handig, gezond, vaardig, wel, welnu, bedreven, deskundig, okay, bron, put, goede, een goede, good
Brå in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • bosted in het nederlands - logies, onderkomen, kwartier, woonplaats, domicilie, woning, residentie, ...
  • bot in het nederlands - fijn, iel, strafsanctie, berouw, delicaat, kieskeurig, gevoelig, ...
  • brak in het nederlands - tik, duw, klap, intrappen, mep, veeg, klets, ...
  • brake in het nederlands - loeien, brullen, daveren, bulderen, rem, remmen, rem-, ...
Willekeurige woorden
Brå in het nederlands - Woordenboek: noors » nederlands
Vertalingen: vakman, bekwaam, deskundige, behendig, goed, expert, handig, gezond, vaardig, wel, welnu, bedreven, deskundig, okay, bron, put, goede, een goede, good