Brann in het nederlands

Vertaling: brann, Woordenboek: noors » nederlands

Brontaal:
noors
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
ontzetten, vlam, vuren, paffen, vuur, opwinding, vlammen, glans, ambitie, vuurzee, brand, laaien, ontslaan, schieten, royeren, ijver, haard, fire
Brann in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • brake in het nederlands - loeien, brullen, daveren, bulderen, rem, remmen, rem-, ...
  • brakke in het nederlands - stulp, hut, schuur, resideren, keet, huizen, loods, ...
  • brannmann in het nederlands - brandweerman, brandbestrijders, De Brandbestrijder, van de Brandbestrijder, brandbestrijderskerstmis
  • brannstifter in het nederlands - brandstichtend, brandstichter
Willekeurige woorden
Brann in het nederlands - Woordenboek: noors » nederlands
Vertalingen: ontzetten, vlam, vuren, paffen, vuur, opwinding, vlammen, glans, ambitie, vuurzee, brand, laaien, ontslaan, schieten, royeren, ijver, haard, fire