Bruke in het nederlands
Vertaling: bruke, Woordenboek: noors » nederlands
Brontaal:
noors
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
doorvoeren, werkgelegenheid, aandoen, tewerkstelling, aannemen, werk, uitbuiten, toepassen, beoefenen, doel, uitmelken, toepassing, usance, baan, werkkring, opleggen, gebruik, gebruiken, het gebruik, gebruikt
Verwante woorden
Vertalingen
- bruk in het nederlands - zede, doorvoeren, functie, gebruik, betrekking, toepassen, plaats, ...
- brukbar in het nederlands - bevorderlijk, dienstig, bruikbaar, nuttig, bruikbare, bruikbaar is, bruikbaar zijn
- bruker in het nederlands - gebruiker, verbruiker, Gebruikershandleiding, user, Gebruikersnaam, Gebruikers
- bruksdyr in het nederlands - veestapel, ander vee, andere dieren, overige veehouderijmachines, Mengvoedermachines, van andere dieren
Willekeurige woorden
Bruke in het nederlands - Woordenboek: noors » nederlands
Vertalingen: doorvoeren, werkgelegenheid, aandoen, tewerkstelling, aannemen, werk, uitbuiten, toepassen, beoefenen, doel, uitmelken, toepassing, usance, baan, werkkring, opleggen, gebruik, gebruiken, het gebruik, gebruikt
Vertalingen: doorvoeren, werkgelegenheid, aandoen, tewerkstelling, aannemen, werk, uitbuiten, toepassen, beoefenen, doel, uitmelken, toepassing, usance, baan, werkkring, opleggen, gebruik, gebruiken, het gebruik, gebruikt