Levebrød in het nederlands

Vertaling: levebrød, Woordenboek: noors » nederlands

Brontaal:
noors
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
duren, standhouden, voortzetten, voer, overhouden, vervolgen, opfokken, voortgaan, voortduren, leven, bergen, beklijven, blijven, conserveren, doorgaan, onderhouden, levensonderhoud, bestaan, middelen van bestaan, inkomen, bestaansmiddelen
Levebrød in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • lettroende in het nederlands - lichtgelovig, onnozel, goedgelovige, goedgelovig, lichtgelovige
  • leve in het nederlands - levendig, verkeren, bestaan, levend, huizen, wonen, standhouden, ...
  • levende in het nederlands - druk, resideren, gevat, levendig, lumineus, geestig, lichtend, ...
  • lever in het nederlands - lever, de lever, lever-, leveraandoening, levertransplantatie
Willekeurige woorden
Levebrød in het nederlands - Woordenboek: noors » nederlands
Vertalingen: duren, standhouden, voortzetten, voer, overhouden, vervolgen, opfokken, voortgaan, voortduren, leven, bergen, beklijven, blijven, conserveren, doorgaan, onderhouden, levensonderhoud, bestaan, middelen van bestaan, inkomen, bestaansmiddelen