Mål in het nederlands

Vertaling: mål, Woordenboek: noors » nederlands

Brontaal:
noors
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
uitgaan, rede, onderwerp, eind, doel, besluit, ding, meten, regel, maatregel, afmaken, voleinding, afmeting, einde, oratie, mate, doelen, goals, doelstellingen, doelpunten, doelen te
Mål in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • mytteri in het nederlands - opstand, onlusten, muiterij, muiten, mutiny
  • måke in het nederlands - meeuw, zeemeeuw, seagull, zee meeuw, de zeemeeuw
  • måle in het nederlands - grootte, maatregel, criterium, afmeting, afmeten, mate, norm, ...
  • målestokk in het nederlands - schub, schilfer, scala, schaal, verhouding, aanslag, ladder, ...
Willekeurige woorden
Mål in het nederlands - Woordenboek: noors » nederlands
Vertalingen: uitgaan, rede, onderwerp, eind, doel, besluit, ding, meten, regel, maatregel, afmaken, voleinding, afmeting, einde, oratie, mate, doelen, goals, doelstellingen, doelpunten, doelen te