Nabo in het nederlands

Vertaling: nabo, Woordenboek: noors » nederlands

Brontaal:
noors
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
buur, nabuur, buurman, buurvrouw, naaste, buren
Nabo in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • møte in het nederlands - aansluiting, tegenkomen, zitting, ontmoeting, bijeenkomen, ontmoeten, vergadering, ...
  • møysommelig in het nederlands - moeizaam, veel moeite, moeizame, met veel moeite, met moeite
  • nabolag in het nederlands - nabijheid, buurten, wijken, wijken van, wijk, omstreken
  • nag in het nederlands - wrok, wraakgierigheid, wraakzucht, haatdragendheid, rancune, Grudge, wrok koesteren, ...
Willekeurige woorden
Nabo in het nederlands - Woordenboek: noors » nederlands
Vertalingen: buur, nabuur, buurman, buurvrouw, naaste, buren