Tårn in het nederlands
Vertaling: tårn, Woordenboek: noors » nederlands
Brontaal:
noors
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
kasteel, paleis, kolom, plecht, zuil, toren, pilaar, burcht, colonne, steunpilaar, slot, Tower, toren van, De toren, De Toren van
Verwante woorden
Vertalingen
- tår in het nederlands - slurpen, resorberen, opslorpen, teer, tAr, de Teer, teren
- tåre in het nederlands - scheuren, traan, rijten, doorscheuren, scheur, vaneenscheuren, verscheuren, ...
- tø in het nederlands - ontdooien, wegsmelten, dooi, dooien, naar, aan, om, ...
- tøffel in het nederlands - pantoffel, slof, slipper, muiltje, pantoffel van
Willekeurige woorden
Tårn in het nederlands - Woordenboek: noors » nederlands
Vertalingen: kasteel, paleis, kolom, plecht, zuil, toren, pilaar, burcht, colonne, steunpilaar, slot, Tower, toren van, De toren, De Toren van
Vertalingen: kasteel, paleis, kolom, plecht, zuil, toren, pilaar, burcht, colonne, steunpilaar, slot, Tower, toren van, De toren, De Toren van