Tittel in het nederlands

Vertaling: tittel, Woordenboek: noors » nederlands

Brontaal:
noors
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
chef, rubriek, baas, betitelen, titel, graad, leiden, opperhoofd, kop, onderschrift, geleiden, verstand, aanvoerder, geest, titelen, krop, de titel, title, Benaming
Tittel in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • tispe in het nederlands - teef, wijfje, teefje, trut, wijf
  • titte in het nederlands - sjilpen, kwetteren, tjilpen, piepen, gluren, Peep, blik, ...
  • tjener in het nederlands - knecht, dienares, dienaar, dienstmeisje, meid, bediende, dienstknecht
  • tjeneste in het nederlands - diensten, godsdienstoefening, bediening, eredienst, genadigheid, gunst, begunstiging, ...
Willekeurige woorden
Tittel in het nederlands - Woordenboek: noors » nederlands
Vertalingen: chef, rubriek, baas, betitelen, titel, graad, leiden, opperhoofd, kop, onderschrift, geleiden, verstand, aanvoerder, geest, titelen, krop, de titel, title, Benaming