Łączyć in het nederlands

Vertaling: łączyć, Woordenboek: pools » nederlands

Brontaal:
pools
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
aaneenschakelen, samenbrengen, echtelieden, aanbinden, vertellen, samenvoegen, kameraad, mixen, vermengen, monteren, combineren, vastbinden, koppel, verhalen, wijzerplaat, stelletje, aansluiten, koppelen, verbinden, sluit, te sluiten
Łączyć in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • bezsprzeczny in het nederlands - onbetwist, betwist, onomstreden, Vaststaat, kijf
  • goszczenie in het nederlands - waard, herbergier, logementhouder, gastheer, hosting, hosten, hosten van, ...
  • intencja in het nederlands - doel, zin, plan, bedoeling, strekking, voornemen, toeleg, ...
  • pentan in het nederlands - pentaan, pen- taan, van pentaan
Willekeurige woorden
Łączyć in het nederlands - Woordenboek: pools » nederlands
Vertalingen: aaneenschakelen, samenbrengen, echtelieden, aanbinden, vertellen, samenvoegen, kameraad, mixen, vermengen, monteren, combineren, vastbinden, koppel, verhalen, wijzerplaat, stelletje, aansluiten, koppelen, verbinden, sluit, te sluiten