Żałować in het nederlands
Vertaling: żałować, Woordenboek: pools » nederlands
Brontaal:
pools
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
betreuren, wens, verlangen, ontzien, spijt, sparen, leedwezen, begeren, begeerte, willen, rancune, verkiezen, zin, spijten, wraakgierigheid, bejammeren, spijt van, betreur, betreuren het
Verwante woorden
Vertalingen
- cytrynian in het nederlands - citraat, citrate, citraat-, citraatbuffer
- nadczynność in het nederlands - hyperthyreoïdie, hyperthyroidism, hyperthyroïdisme, hyperthyroïdie, hyperthyroidie
- nadzieja in het nederlands - geloof, vertrouwen, hoop, verwachting, trust, fiducie, afwachting, ...
- oskrobanie in het nederlands - geschuifel, schaven, scuff, overneus, schaaf
Willekeurige woorden
Żałować in het nederlands - Woordenboek: pools » nederlands
Vertalingen: betreuren, wens, verlangen, ontzien, spijt, sparen, leedwezen, begeren, begeerte, willen, rancune, verkiezen, zin, spijten, wraakgierigheid, bejammeren, spijt van, betreur, betreuren het
Vertalingen: betreuren, wens, verlangen, ontzien, spijt, sparen, leedwezen, begeren, begeerte, willen, rancune, verkiezen, zin, spijten, wraakgierigheid, bejammeren, spijt van, betreur, betreuren het