Biczować in het nederlands

Vertaling: biczować, Woordenboek: pools » nederlands

Brontaal:
pools
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
afranselen, wimper, doorroeren, zweep, omroeren, roeren, geselen, gesel, plaag, scourge, plaag te, roede
Biczować in het nederlands
Verwante woorden

Vertalingen

  • bicz in het nederlands - omroeren, roeren, doorroeren, wimper, zweep, geselen, ransel, ...
  • biczowanie in het nederlands - zweepslagen, geseling, opzwepende, ranselende, zweep
  • biczownik in het nederlands - whipper, klopper, hondenleider, klopapparaat, opklopper
  • biec in het nederlands - werken, loop, toetsing, test, voorrijden, proef, examen, ...
Willekeurige woorden
Biczować in het nederlands - Woordenboek: pools » nederlands
Vertalingen: afranselen, wimper, doorroeren, zweep, omroeren, roeren, geselen, gesel, plaag, scourge, plaag te, roede