Branża in het nederlands
Vertaling: branża, Woordenboek: pools » nederlands
Brontaal:
pools
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
aftakking, beroep, afdeling, tak, ruil, affaire, handwerk, bezetting, klus, handel, nering, ding, koopmanschap, arbeid, zakenwereld, karwei, handels-, de handel, handelsverkeer, het handelsverkeer
Verwante woorden
Vertalingen
- bransoleta in het nederlands - armband, bracelet, armbanden, armband van
- bransoletka in het nederlands - armband, bracelet, armbanden, armband van
- branżowy in het nederlands - professioneel, bedrijf, Bedrijvengids, zakelijke, zaken, bedrijfsleven
- brat in het nederlands - kornuit, broer, kameraad, maat, broeder, makker, broertje, ...
Willekeurige woorden
Branża in het nederlands - Woordenboek: pools » nederlands
Vertalingen: aftakking, beroep, afdeling, tak, ruil, affaire, handwerk, bezetting, klus, handel, nering, ding, koopmanschap, arbeid, zakenwereld, karwei, handels-, de handel, handelsverkeer, het handelsverkeer
Vertalingen: aftakking, beroep, afdeling, tak, ruil, affaire, handwerk, bezetting, klus, handel, nering, ding, koopmanschap, arbeid, zakenwereld, karwei, handels-, de handel, handelsverkeer, het handelsverkeer