Budować in het nederlands
Vertaling: budować, Woordenboek: pools » nederlands
Brontaal:
pools
Doeltaal:
nederlands
Vertalingen:
oprichten, opdrijven, dresseren, opfokken, opvoeden, fokken, inrichten, opslaan, bouwen, kweken, aanleggen, verheffen, opkweken, construeren, verhogen, metselen, bouw, te bouwen, opbouwen, gebouwd
Verwante woorden
Vertalingen
- budowa in het nederlands - compositie, toonzetting, inrichting, perceel, constructie, metselen, toondicht, ...
- budowanie in het nederlands - construeren, bouwen, bouw, samenstelling, inrichting, maken, metselen, ...
- budowla in het nederlands - perceel, stof, aanbouw, structuur, gebouw, bouw, constructie, ...
- budowlany in het nederlands - gebouw, bouw, bouwwerk, building, pand
Willekeurige woorden
Budować in het nederlands - Woordenboek: pools » nederlands
Vertalingen: oprichten, opdrijven, dresseren, opfokken, opvoeden, fokken, inrichten, opslaan, bouwen, kweken, aanleggen, verheffen, opkweken, construeren, verhogen, metselen, bouw, te bouwen, opbouwen, gebouwd
Vertalingen: oprichten, opdrijven, dresseren, opfokken, opvoeden, fokken, inrichten, opslaan, bouwen, kweken, aanleggen, verheffen, opkweken, construeren, verhogen, metselen, bouw, te bouwen, opbouwen, gebouwd